Een half jaar nadat mijn vader overleed liep ik door een gelige gang van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Het was 15 december 2010. Aan het gezicht van de klinisch geneticus die ons kwam halen meende ik al te kunnen zien dat er iets aan de hand was. “We hebben de mutatie aangetroffen, helaas.” Als Magere Hein zich voordeed als een flitsspook, dan zou ik dat nu bijna dagelijks gaan zien. Al was het maar 2 minuten per dag.
Ik ben zo dankbaar voor wie er zijn. Maar ook zo godvergeten onverzoenlijk met het niet-weten wat ik zo gewoon ben juist te omarmen. #kanker
— Niels Schuddeboom (@shakingtree) 26 september 2016
Het niet-weten is een van de meest slopende aspecten van het Li-Fraumeni-dragerschap. De bijna absolute zekerheid kanker te zullen krijgen, maar niet te weten waar en wanneer. Door het te weten zou ik misschien alerter zijn op verontrustende signalen. Vanaf 15 december 2010 was ik dat ook. Overigens in een leven dat altijd al zeer bewust is geweest van lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Het is misschien wel om die reden dat het niet-weten nooit de last is geworden die het vandaag is.
Vandaag weten we niets en zijn we uit het lood geslagen omdat gisteren het behandelplan niet duidelijk werd. Het normale programma, gericht op genezing, is chemo – operatie – chemo. Morgen, woensdag hopen we op iets meer duidelijkheid na een dag extra overleg in het ziekenhuis. Maar onvoorstelbaar spannend is of het vocht dat in mijn buik is gevonden, kankercellen bevat. Dat moet bekeken worden met een kijkoperatie die waarschijnlijk snel komt. Dat horen we morgen. Het is meestal niet zo, maar als er foute cellen worden gevonden is het flitsspook zogezegd al bezig zich om te kleden. Zoveel was gisteren wel af te lezen aan de blik van mijn dokter. Een advies: Do not Google.Wat een afzichtelijke staart heeft die olifant van mij!
Niet-weten, daar heb ik veel van, op dit moment. Teveel misschien wel. Hoe ziet ‘het goede doen’ er nu uit? Overal kom ik de vraag momenteel bij mijzelf tegen. Of het nu gaat over te maken keuzes bij de behandeling, over het omgaan met adviezen over voeding en aanvullende middelen, of over hoe groots een dag moet zijn geleefd. De faalangstige perfectionistische denker-zoeker in mij gaat de strijd aan met de persoon in mij die diep van binnen voelt dat ook loslaten en vertrouwen er mogen zijn. Je kunt bedacht hebben of je vecht, vlucht of bevriest. In de realiteit loopt alles door elkaar en ken je je reactie pas als je ervoor staat. Je ontdekt het pad door het te lopen, met steeds wisselende passen, zoals je ook ontdekt dat het jouw pad is, en niet dat van een ander. Dank lieve haptonoom, voor dat inzicht.
Niet-weten. Ik ben er groot mee geworden. Het timmermansoog van een kinderarts vertelde mijn ouders dat het de vraag was of ik ooit normaal onderwijs zou volgen. Op een van de zorginstellingen waar ik jaren woonde stond in het zorgplan: “Hij acht zichzelf niet kansloos in het vinden van een baan.” En in de tussentijd raakte mijn zelfbeeld zo verwrongen dat een vrouw en kind hebben wel het laatste was dat in mijn toekomstbeeld opkwam. Het is allemaal anders gegaan dan gedacht en hoewel ik er lang van overtuigd was dat mijn leven elke betekenis zou verliezen na het overlijden van mijn moeder, is ook dat niet gebeurd. Een hoopvolle geschiedenis.
Op een gegeven moment wist ik het niet meer. En nog steeds weet ik het vaak niet. Vraag dat maar eens aan mijn lief. Waar liggen mijn kwaliteiten? In elk geval kan ik iets met niet-weten. Ik ben verliefd geworden op haar onbevangenheid. Het is een fenomeen dat ruimte maakt om te observeren, te onderzoeken, vragen te stellen en onzekerheid tot bondgenoot te maken. Persoonlijk helpt niet-weten mij om erop te vertrouwen dat het genoeg kan zijn om alleen mijzelf mee te nemen om betekenisvol te zijn en verschil te maken. Ik heb dit jaar weer met grote regelmaat de kracht en het plezier van niet-weten mogen ervaren. In de leergang Appreciative Inquiry en in de Art of Hosting training die ik heb mogen volgen. Ik hoop nog veel in de praktijk te mogen laten zien, aan mensen (in organisaties). Ook vanavond weer wanneer ik een lezing geef over eenzaamheid. Dat is wat ik hoop. Dat is wat ik weet.
Wat heb jij met niet-weten?
PS. De dierentuin was fijn. Een paar beeldjes volgen nog. We zijn er simpelweg nog niet aan toegekomen.